Weet je waarom je altijd voor het eten je handen moet wassen? Omdat er allemaal bacteriën opzitten. Bacteriën zijn zo klein dat je ze niet met het blote oog kan zien. Soms kan dat wel. In dit proefje leer je zelf een voedingsbodem maken en bacteriën kweken en gaan we kijken welke bacteriën er op je hand en in huis wonen.
Voor dit proefje het maken van een voedingsbodem heb je wel de hulp van een volwassene nodig. Je moet namelijk werken met het fornuis in de keuken of de vlam van een bunsenbrander.
Nodig
- erlenmeyer van minimaal 100 ml
- 100 ml water
- 0,5 gram gistextract
- 1 gram glucose
- 1 gram eiwitpoeder
- 1,5 gram agar
- 5 petrischaaltjes van minimaal 20 ml
- 5 wattenstaafjes
- 1 dikke stift of marker
Stappen
Vul de erlenmeyer met 100 ml water. Weeg de gist, glucose, eiwitpoeder en agar goed af en voeg het toe aan het water in de erlenmeyer. Zet de erlenmeyer op het vuur en breng het geheel voorzichtig aan de kook. Als het kookt kan je het een paar minuten laten koken. Je kan hierna de erlenmeyer van het vuur halen en een beetje laten afkoelen. Niet teveel, want dan stolt de voedingsbodem in de erlenmeyer.
Zet de 5 petrischaaltjes klaar met de deksel er op. Als de voedingsbodem is afgekoeld tot 55 graden (paar minuten) dan kan je de erlenmeyer beetpakken en haal je van het eerste petrischaaltje de deksel af en giet je er een mooie bodem in. Als je klaar bent doe je het dekseltje er weer op. Doe dit ook bij de andere 4 petrischaaltjes. Deksel er af, voedingsbodem gieten, deksel er op, volgende. Als je ze alle vijf gevuld hebt, kan je ze laten staan en verder laten afkoelen tot ze helemaal zijn afgekoeld. Je kan ze daarna in de koelkas zetten en wel 4 dagen bewaren.
Als ze zijn afgekoeld. kan je in huis gaan zoeken naar sporen om bacteriën te kweken. Hiervoor heb je de wattenstaafjes nodig. bedenk 4 plekken in en om het huis waar je kan zoeken. Bijvoorbeeld de koelkast, de badkamer, je slaapkamer, de voordeur, de wc, je toetsenbord of de tuin.
Zoek 4 plekken uit en neem een wattenstaafje mee. Wees wel voorzichtig dat je met je vingers niet het wattendeel aanraakt. Dan kommen er namelijk ook andere bacteriën op. Als je het wattenstaafje langs een plekje haalt waarvan jij denkt dat er bacteriën zitten, kan je gaan onderzoeken. Je neemt het wattenstaafje mee naar de voedingsbodem en wrijft een paar keer over de voedingsbodem. Niet te hard, want dan gaat de bodem kapot.
Zet nu het dekseltje er weer op en schrijf met de dikke stift waar je de bacteriën gevonden hebt. Als je er vier gedaan hebt, is er nog 1 petrischaaltje over. Druk met twee vingers zachtjes aan de linkerkant in de voedingsbodem. Was je handen goed met zeep en duw nu twee gewassen vingers rechts in de voedingsbodem. Doe de deksel er weer op en schijf op: “vingers”.
Zet de bakjes nu ergens in de schaduw. Ze moeten natuurlijk niet te veel in de weg staan, maar je moet ze ook niet vergeten. Je kan ze een week laten staan. Als je na een week weer bekijkt, zal je zien dat er bacteriën kweken.
LET OP
Als er eenmaal bacteriën kweken, mag je de petrischaaltjes niet meer open maken en al helemaal niet met je handen aan de bacteriën zitten. Als je ze bekeken hebt en de vragen hebt beantwoord, gooi je de bakjes, zonder ze open te maken, in de prullenbak.
Vragen
- Zet de bakjes op volgorde van veel bacteriën naar weinig. Welk van de 5 petrischaaltjes heeft de meeste bacteriën?
- Waar heb je de bacteriën gevonden?
- Waarom denk je dat er veel bacteriën op die plek wonen?
- Kijk eens naar je vingerafdrukken. Wat is het verschil tussen de gewone vingerafdrukken en die van je gewassen handen?
- Waarom denk je dat je je handen moet wassen als je naar de wc bent geweest, of voordat je gaat eten?
Meer weten?
In een bakje wonen maar een paar bacteriën. Bij Micropia in Amsterdam hebben ze heel veel onzichtbare microben. Maar het leuke is dat je ze daar wel kan zien. Als je wil zien hoe de bacteriën groeien, kan je een kijken naar dit filmpje van SchoolTV. Daarin laten ze zien hoe bacteriën en schimmels je eten opeten.
Als je klaar bent met bacteriën kweken, kan je ze ook met de microscoop bekijken. In het proefje leven in de sloot leer je de eerste stappen van het werken met een microscoop. Naast diertjes uit de sloot kan je met de microscoop ook goed bacteriën onderzoeken.