Hoeveel lucht past er eigenlijk in je longen? Evenveel als in een tennisbal? Een voetbal? Misschien zelfs een basketbal? In dit proefje gaan we onderzoeken hoe groot je longen zijn. Dat gaan we meten door te onderzoeken hoeveel lucht er in je longen past.
Nodig:
- schone rubber slang
- grote fles van 2 liter
- plastic bak
- water
- stift
Stappen:
Zet alle spullen bij elkaar. Kijk ook nog even goed of de slang schoon is. Je gaat er straks op blazen.
Vul daarna de bak met ongeveer 10 centimeter water. Vul ook de fles met water. Zorg dat hij helemaal tot de rand gevuld is. Doe er daarna je hand op en draai hem om. Als je goed duwt, kan er geen water ontsnappen.
Zet de fles nu ondersteboven in de bak met water. Pas als je de onderkant onderwater hebt, mag je je hand weghalen. Anders loopt hij alsnog leeg. Hou de fles met een hand vast en schuif met je andere hand een uiteinde van de slang in de fles.
Haal nu diep adem. Blaas zoveel lucht als je kan in het slangetje. Je kan met een stift een streepje op de fles zetten tot waar de lucht is gekomen.
Vul de fles weer en laat iemand anders blazen. Zet ook daar een streepje. Ga door tot iedereen geweest is.
Vragen:
- Wat gebeurt er als je op het slangetje blaast?
- Hoeveel lucht zit er in de fles? Hoe denk je dat je dat kan meten?
- Hoeveel lucht zit er in je longen?
- Heeft iedereen evenveel lucht in z’n longen?
Meer weten?
Als je in het slangetje blaast, blaas je lucht uit je longen in de fles. Die lucht duwt het water uit de fles. Als je eerst diep hebt ingeademd en bent blijven blazen tot je echt niet meer kon, dan weet je nu ongeveer hoeveel lucht er in je longen past. Wil je meer lezen over je longen? Dan kan je dit stukje over longen lezen op de pagina van WikiKids. Bij het longfonds weten ze ook heel veel over longen. Ze hebben daar ook een filmpje gemaakt waarin ze laten zien hoe ze precies werken.